‘Noorden moet voor Lelylijn beter lobbyen dan andere regio’s’

7 jun 2021

De rekenmethode die het ministerie van Infrastructuur hanteert, staat het realiseren van grote projecten als de Lelylijn in de weg. Dat stelt lobbyist Thomas Boom.

De zogeheten ‘Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse’ (MKBA) houdt onder meer rekening met het aantal knelpunten in de infrastructuur van een bepaald gebied. Daar zijn er meer van in dichtbevolkte regio’s, waardoor geld voor grote projecten daar sneller belandt. De Lelylijn moet juist een dunner bevolkte regio als het Noorden verbinden aan de Randstad.

‘Je zou kunnen zeggen dat de MKBA geen goede rekenmethode is’, zei lobbyist Boom deze week tegen Provinciale Staten van Groningen. Hij werkt als lobbyist voor Meines Holla & Partners en verrichtte eerder lobbywerkzaamheden in Den Haag voor de provincie Groningen.

‘Lastig om op andere gedachten te brengen’

‘De MKBA wordt als heel belangrijk gezien voor dergelijke projecten. Als de rekensom iets aangeeft en de feiten voor iets anders spreken dan de Lelylijn, wordt het een hele lastige lobby om de betrokkenen op andere gedachten te brengen.’

Kom met een beter verhaal dan dichtbevolkte regio’s

Om projecten als de Lelylijn en de Nedersaksenlijn in Den Haag hoog op de agenda te krijgen, moet het Noorden volgens hem harder werken en met een beter verhaal komen dan meer dichtbevolkte regio’s als Noord- en Zuid-Holland.

‘Voor minder stedelijke gebieden is het een grotere moeite om goed uit deze MKBA-rekenmethoden te komen’, aldus Boom. ‘In Duitsland zijn er harde, wettelijke grenzen. Wanneer daar een project niet boven een bepaald aantal punten scoort, is het afgelopen. In Nederland wil men nog wel eens naar kansen kijken, maar zijn de mindere knelpunten en reizigersaantallen bemoeilijkende factoren. Je moet je werk dan nog een beetje beter doen dan de rest.’

De Champions League van het lobbywerk

Dat moet gebeuren via het bestuurlijk overleg voor het meerjarenprogramma voor de infrastructuur (BO MIRT). Juist dat overleg staat een stevige lobby in de weg, stelt Boom.

‘Het is een zeer gestandaardiseerd proces, met vaste momenten en vaste debatten in de Tweede Kamer. Dat beperkt de creativiteit. En als je praat met professionals op het gebied van belangenbehartiging, dan is de BO MIRT de Champions League. En om daar te komen moet je het spel goed spelen.’

Bewondering van andere regio’s

Boom concludeert dat de noordelijke bouwstenen voor het Deltaplan voor het Noorden in Den Haag goed zijn ontvangen. Andere regio’s hebben volgens hem met bewondering gekeken naar de eendrachtigheid waarmee Noord-Nederland met de plannen kwam.

‘De Noord-Nederlandse lobby staat in Den Haag bekend als een krachtige lobby. Dat zeg ik niet, maar dat is onlangs ook bevestigd in een onderzoek van een ander lobbybureau. Ik heb zelf ook contact gezocht met andere lobbyisten en die zien dat het Noorden niet meer om solidariteit vraagt, maar zich zelfverzekerd presenteert om iets bij te dragen aan een beter Nederland.’